Update cookies preferences Menu

Foodservice medewerker in de rol van operationeel medewerker

De operationeel medewerker is verantwoordelijk is verantwoordelijk voor het ontvangen, controleren en verzamelen van producten en het aanvullen van de winkelpresentatie

De foodservice medewerker werkt conform het rooster mee aan de ontvangst en opslag van producten. Hij controleert of de producten voldoen aan de gestelde kwantitatieve en kwalitatieve eisen en handelt afwijkingen (administratief) af. Hij houdt zich aan de procedures (bijvoorbeeld achterdeurprocedure, veiligheidsvoorschriften). Hij maakt zo nodig gebruik van (technische, digitale) hulpmiddelen.

Hij vult de dagverse presentatie aan en houdt daarbij rekening met specifieke vers-aspecten zoals houdbaarheid, hygiëne en kruisbesmetting. Daarnaast controleert hij of de winkelpresentatie voldoet aan de gestelde criteria (bijvoorbeeld signing, datum en prijzen) en verwerkt de afwijkingen en / of meldt de resultaten. Ook bouwt hij tijdelijke presentaties op aan de hand van een presentatieplan.

Hij verzamelt en pakt producten in voor online bestellingen, uit het magazijn of uit de winkel, en maakt deze verzendklaar.

Hij verricht eenvoudig onderhoud aan keukenmaterieel, inventaris en apparatuur. Hij werkt mee aan opruim- en schoonmaakwerkzaamheden van winkel en / of magazijn, die uitgevoerd worden aan de hand van checklists. Hij zorgt ervoor dat klanten zo min mogelijk last ondervinden van zijn werkzaamheden.

Aan het eind van zijn dienst sluit hij het afrekensysteem af, verwerkt geld en waardepapieren, administreert dit en transporteert de geldlade naar de daarvoor bestemde plaats.

Hij overlegt voor de werkzaamheden regelmatig met de collega’s en leidinggevende over werkvolgorde, werkzaamheden, taakverdeling en prioriteiten.

Competenties

Samenwerken      

  • Luistert goed, vat samen en vraagt door voor een goed begrip
  • Verdiept zich in de denkwijze van iemand anders en houdt hier rekening mee
  • Houdt rekening met en helpt anderen in het bereiken van een gezamenlijk doel of resultaat
  • Informeert betrokkenen over de voortgang en eventuele knelpunten

Omgevingsbewust handelen           

  • Werkt volgens geldende normen en waarden van de organisatie en maatschappij
  • Werkt integer, zorgvuldig en rechtvaardig

Technologie inzetten     

  • Zet (digitale) technologie in om resultaten te behalen en/of problemen op te lossen / vraagstukken aan te pakken
  • Regelt en beheert materialen en (moderne) middelen

Organiseren van werk  

  • Schat de benodigde capaciteit en tijd in voor werkzaamheden
  • Regelt de benodigde mensen (kwaliteiten) en middelen
  • Lost (praktische) problemen op

Doorzetten

  • Blijft effectief presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of weerstand
  • Toont zich veerkrachtig (ook bij kritiek) en komt op een respectvolle manier op voor zichzelf / de organisatie

Flexibel handelen

  • Handelt doelmatig door zich aan te passen aan veranderde omstandigheden, taken, verantwoordelijkheden en / of mensen
  • Gaat snel en flexibel om met acute situaties
  • Toont zelfvertrouwen in onzekere en onduidelijke situaties

Benodigde kennis en vaardigheden

  • Kennis over de opbouw van het (tijdelijke) online en offline assortiment en de kenmerken van de aanwezige producten
  • Kennis van opslagmethoden, houdbaarheidscriteria en kwaliteitsrapportage van de producten
  • Kennis van de commerciële functie van winkelinterieur en -exterieur
  • Kennis van productpresentatie en het schappenplan, de indeling van de verkoopruimte en het magazijn
  • Basiskennis van het kwaliteits- en MVO-beleid van de organisatie
  • Kennis van afvalverwerking in de retail en het reinigingsplan
  • Kennis van eenvoudig onderhoud van keukenmaterieel, inventaris en apparatuur
  • Kennis van het afrekensysteem / het voorkomen van kasverschillen
  • Kennis van de veiligheidsprocedures en (brand)preventieve maatregelen
  • Kan procedures en technieken van de organisatie toepassen voor het ontvangen, opslaan, verzenden en presenteren van producten
  • Kan arbo-verantwoord werken in relatie tot (persoonlijke) veiligheid, vitaliteit, hygiëne en milieu
  • Kan derving / schades herkennen
  • Kan (wettelijke) richtlijnen op het gebied van bedrijfs-, levensmiddelen- en persoonlijke hygiëne, veiligheid, milieuzorg en kwaliteit en HACCP toepassen
  • Kan persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken
  • Kan omgaan met verschillende soorten materieel zoals interne transportmiddelen

Afbreukrisico

Als de foodservice medewerker deze rol niet goed vervult kan dit leiden tot producten / een winkelpresentatie / een opslag die niet voldoen aan de criteria / derving / onveilige situaties / imagoschade / boetes.